Voorkom Prikkeldraadtaal in je gesprekken

Ken je zo’n gesprek waarin iemand kundig voor een onveilige sfeer zorgt? Waar de haren overeind gaan staan en mensen geprikkeld op elkaar gaan reageren? Grote kans dat er sprake is van prikkeldraadtaal.

Sommige taalconstructies roepen bijna automatisch weerstand op. Het is fijn als je dit soort prikkeldraadtaal herkent en vermijdt.

Waarom…

Het woord waarom heeft een aanvallende connotatie. Mensen worden impliciet ter verantwoording geroepen. Uiteraard speelt intonatie ook een grote rol.

  • Waarom is het project uitgelopen?
  • Waarom is dat een probleem?

Hoewel de vraag op zich vaak wel degelijk heel interessant is, komt een waarom– vraag niet altijd als veilig en plezierig over. Een alternatief voor waarom is hoe komt het of wat maakt dat. Daarmee nodig je de ander uit om samen naar de oorzaken te kijken.

  • Hoe komt het dat het project is uitgelopen?
  • Wat maakt dat het een probleem is?
Ja, maar…

Een ander woord dat op onbewust niveau weerstand kan oproepen, is maar. Ja, maar… betekent vaak: nee, want… En op onbewust niveau voelen de meeste gesprekspartners dat haarfijn aan.

  • Je soep is lekker, maar hij is een beetje zout betekent vaak: Ik vind je soep niet zo lekker, want hij is te zout.
  • Ja, Jan is een geschikte persoon, maar hij past niet bij het team… kun je vertalen als: Jan is niet geschikt, want hij past niet bij het team.
  • Ik wil dit weekend wel mee naar je moeder, maar… betekent: Ik ga liever niet mee.

Onbewust verwachten mensen na een ja, maar… vaak een aanval. En een aanval roept weer automatisch een verdediging op.

Wat zeg je dan? Een prima alternatief voor ja, maar… is heel simpel: ja, en

  • Een prima notitie. En ik wil graag dat je het derde gedeelte nog verder uitwerkt.

Zoals de Engelsen zo treffend zeggen: everything before the but is bullshit.

Met alle respect...

… is een variatie op de Ja, maar… Het betekent iets als: ik respecteer volstrekt niet wat je zegt, en ik smeer nu een beetje stroop zodat je mij er niet op kunt pakken dat ik je nu iets heel lelijks ga vertellen dat ook nog persoonlijk is.

Niet gebruiken, oké?

Ik ga nu even heel eerlijk zijn…

Ach wat aardig van je. Mag ik daaruit afleiden dat je gewoonlijk niet eerlijk tegen me bent?

Komma-sukkel-vraag

Met sommige zinsconstructies of opmerkingen val je je gesprekspartner aan, kleineer je hem of neem je hem niet serieus. Dan klinkt je opmerking alsof je er zachtjes komma-sukkel achteraan zegt.

Hier een paar voorbeelden met daarachter een vriendelijker alternatief:

Prikkeldraadtaal

Vriendelijker alternatief

Is er al nagedacht over…(, sukkel)?

Wat is je mening over…?

Je weet zeker niet wat de omzet vorig jaar was (, sukkel)?

Wat was de omzet vorig jaar?

Dat kunnen jullie vast niet op tijd leveren (, sukkel)?

Hoe snel kunnen jullie leveren?

Je hebt zeker het programma niet gelezen (, sukkel)?

In hoeverre heb je het programma gelezen?

Dat begrijp je verkeerd (, sukkel)!

Dat heb ik niet goed uitgelegd.

Jij hebt ongelijk…

Als je met klanten van gedachten wisselt, kan het wel eens voorkomen dat je het vanuit jouw professie oneens bent met de opdrachtgever. Een (bijna) fictief voorbeeld: een manager vindt dat zijn twintig medewerkers allemaal communicatietraining nodig hebben, alleen hijzelf niet. Jij vindt het waarschijnlijk opmerkelijk, en ook nogal dom en kortzichtig om te denken dat de schuld alleen bij die twintig mensen ligt. Van binnen komt iets op als: dat zie je fout, jij bent onderdeel van het probleem, vriend.

Toch is het niet verstandig om dat zo te zeggen. Dat komt door de beschuldiging die in die zin verscholen zit. Want door het ego van deze manager te kwetsen, maak je de kans kleiner dat je hem kunt helpen. Je kunt daarom beter ik in je reactie gebruiken. Bijvoorbeeld: Ik heb een andere mening. Ik denk dat een training om de communicatie en het vertrouwen binnen een team te versterken aanmerkelijk beter wordt, als de leider van dat team erbij aanwezig is.

Een jij-boodschap (Jij hebt ongelijk) is vaak aanvallender dan een ik-boodschap (Ik heb een andere mening). Over de ik-boodschap valt minder te discussiëren, want dat is nu eenmaal jouw mening of smaak of gevoel. En door niet te praten in de jij-boodschap, geef je de ander meer ruimte om zonder gezichtsverlies een andere mening te vormen.

Twijfeltaal

Soms verzwak je wat je zegt door het gebruik van bepaalde woorden. De ander voelt daardoor dat je om de hete brij heen cirkelt. Denk aan woorden als:

  • in feite
  • als zodanig
  • eigenlijk
  • eventueel
  • misschien
  • mogelijkerwijs
  • een beetje
  • in principe
  • gewoon

Een andere manier om jezelf minder serieus te nemen, is het gebruik van de verleden tijd of verkleinwoorden:

  • Ik had een vraagje. (In plaats van: Ik heb een vraag.)
  • Ik was eigenlijk op zoek naar de heer Willems. (Ik ben…)
  • Hoe was de naam? (Hoe is…)
  • Ik dacht dat het voorstel zo wel goed was. (Ik denk dat het voorstel zo goed is.)

In feite, dachten we, kun je dit soort woorden eigenlijk veelal gewoon wel zo ongeveer een beetje weglaten, zonder dat de zin in principe inhoudelijk als zodanig hoeft te veranderen binnen de context zodat de transparantie alsmede de efficiëntie en effectiviteit mogelijk verhoogd zouden kunnen worden.

Pardon, we bedoelen natuurlijk: dit soort woorden kun je beter weglaten.

Waar ligt prikkeldraadtaal op de loer bij het vinden van opdrachtgevers?

Uiteraard wil je in geen enkel gesprek je gesprekspartner beledigen met prikkeldraadtaal of komma-sukkel-vragen. Pas vooral op tijdens de volgende momenten:

  • In het U-model praat je eerst over het probleem van de opdrachtgever, en dan pas over de oplossing. Dus je stelt vragen over dat probleem. En dan is de kans aanwezig dat je (onbewust) iets vindt van hoe de opdrachtgever het tot dusverre heeft aangepakt.
  • Bij het benoemen van beren op de weg. Let op dat je niet uitstraalt dat de ander dit allang had moeten weten of snappen. In twee maanden klaar zeg je? Dat kan natuurlijk nooit (, sukkel).
  • Ook als het gaat om onderhandelen of het bespreken van de budgethorde, is het van belang om respectvol om te gaan met het ego van de ander.

Dit artikel is geschreven door Jan Willem van den Brink en Maarten van Os van Dreamfactory. Het is gebaseerd op een hoofdstuk uit ons boek Opdrachtgever Gezocht – Acquireren als onderdeel van je werk.

Als je het wilt gebruiken, stellen we bronvermelding zeer op prijs.

Meer weten over het onderwerp of hoe we jouw organisatie hiermee kunnen helpen? Mail of bel met 0348-741670.